Dossier: Groen-blauwe netwerken
Groen-blauwe oplossingen in verstedelijkt gebied
Wie aantrekkelijke woonomgevingen wil ontwikkelen in de steden van morgen, dient daarbij rekening te houden met twee belangrijke factoren, de bevolkingsaanwas en het veranderend klimaat. Een sleutelrol daarin is alleszins weggelegd voor netwerken van water en groen. Direct contact met de natuur in de stad is niet alleen goed voor de fysieke en mentale ontwikkeling van kinderen, maar voor de gezondheid van alle inwoners. Tegelijk biedt dat groen- en natuurinclusief bouwen een gepast antwoord op de impact van de klimaatverandering op het leven in de stad.
De gevolgen van het veranderende klimaat laten zich vandaag voelen in de vorm van frequentere overstromingen bij hevigere regenbuien, hitte-eilanden, langere periodes van droogte, enz. Niet toevallig manifesteren die problemen zich vooral in verharde gebieden zoals steden, woonkernen en fabrieksterreinen. Tijd dus om onze manier van leven en bouwen aan te passen aan die effecten van de klimaatverandering. Daarvoor liggen er gelukkig heel wat oplossingen binnen handbereik: waterpartijen, bomen, parkjes, collectieve tuinen, … allemaal hebben ze een milderende impact. En niet alleen dat, in tegenstelling tot hun klassieke ‘grijze’ tegenhangers komen deze groen-blauwe oplossingen tegemoet aan meerdere behoeften tegelijk.
Verharding gaat te hard
Het Vlaams Kenniscentrum Water (VLAKWA) becijferde dat de voorbije tien jaar in Vlaanderen per dag liefst 6 hectare open ruimte werd ingenomen door bebouwing. Daarmee is nu meer dan 30% van het Vlaamse grondgebied bebouwd. Niet minder dan 14% is effectief bedekt met ondoordringbare materialen, zomaar even het zevenvoud van het Europese gemiddelde. Meer verharding betekent minder infiltratiegelegenheid voor hemelwater en dus meer kans op wateroverlast en verdroging, twee niet te onderschatten problemen voor de toekomst.
VLAKWA schuift daarom onder andere deze strategische doelstelling en beleidsoptie naar voren: tegen 2050 dient een substantiële vermeerdering gerealiseerd te worden van het aandeel wateroppervlakte en groen in open ruimte, steden en gemeenten. Want groen-blauwe ruimte bevordert niet enkel de leefkwaliteit en beleving, maar vervult ook een belangrijke rol bij waterberging, klimaatregeling, biodiversiteit, duurzaam transport, luchtzuivering en het sluiten van kringlopen.
Leefbare stad dankzij groen-blauw netwerk
Plantvlakken, parkjes, wadi’s, tuintjes en groendaken zijn veel meer dan zomaar lieflijk ogende details in hedendaagse stadsontwikkeling. Het zijn antwoorden op de toenemende wateroverlast, droogte en het hitte-eilandeffect in de stad. Daar waar civiel technische ingrepen zoals rioolstelsels en klassieke daken slechts één functie vervullen, respectievelijk afwatering en droog houden van gebouwen, biedt de multifunctionaliteit van de groen-blauwe oplossingen een duidelijke meerwaarde op verschillende vlakken tegelijk, o.a. ecologisch, sociaal en economisch. De ecologische meerwaarde toont zich bijvoorbeeld door een verbeterde facilitatie van de biodiversiteit, waardoor soorten zich beter en verder kunnen verplaatsen, wat goed is voor de genetische uitwisseling. Op sociaal vlak wordt de cohesie onder de inwoners versterkt door aantrekkelijke ontmoetings- en recreatieplaatsen te voorzien.
Uit economisch standpunt zijn de groen-blauwe oplossingen niet alleen interessant, omdat ze onder andere schadekosten als gevolg van wateroverlast en droogte beperken: kopers zijn naar schatting bereid 7% meer te betalen voor een woning die aan openbaar groen of water grenst en tot 10% wanneer er een aantrekkelijk stukje natuur in de onmiddellijke omgeving van de woning te vinden is. Een vrij uitzicht op de open ruimte drijft de prijs op met maar liefst 12%. Daarbij komt dat groen-blauwe oplossingen het regenwatermanagement in de stad efficiënter maken. Hemelwaterputten geven de inwoners ook de kans tot een grotere zelfvoorzienendheid. Volkstuintjes in de stad leveren dankzij voedsel dicht bij huis niet alleen een (kleine) bijdrage tot de beperking van transportkosten en -vervuiling, ze vervullen ook een sociale functie. Bomen zorgen op hun beurt voor waterbuffering, schaduw, verkoelende luchtstromen en verdamping, die het hitte-eilandeffect temperen, met een groter comfort en een te verwachten kleinere energieconsumptie tot gevolg. Een grotere aanwezigheid van planten en bomen die vervuilende stoffen opnemen, bevordert de luchtkwaliteit. En dan vergeten we nog te vermelden dat de loutere aanwezigheid van groen in de woonomgeving een positief effect heeft op de gezondheid van de inwoners.
Uiteraard dient voor elke stad en elk stadsdeel apart bekeken te worden welke combinatie van technische ingrepen wenselijk is in het uit te bouwen groen-blauw netwerk. De samenstelling daarvan hangt immers af van de specifieke toestand ter plaatse. Zo leent een zandgrond zich bijvoorbeeld niet voor de realisatie van verkoelende luchtstromen, maar is het een ideale partner om maximale waterinfiltratie te bekomen. Dat zo’n uitgekiend netwerk de manier is om de toekomst tegemoet te gaan, dat staat dus buiten kijf.
Klimaatrobuust ontwikkelen
De strategie van klimaatrobuuste ontwikkeling, een ideale partner voor de groen-blauwe netwerken, houdt bij het ontwerpen van gebouwen en infrastructuur rekening met de impact van het veranderende klimaat. Dat kan zijn door een andere manier van bouwen, een andere materiaalkeuze, en/of de ruimtelijke positionering. Op een dergelijke klimaatbestendige manier bouwen resulteert niet alleen in minder wateroverlast annex schade aan bijvoorbeeld gebouwen in overstromingsgebied, maar zorgt ook voor een aangenamer binnenklimaat tijdens een hete zomer. In combinatie met groen-blauwe netwerken kan het een significante milderende factor zijn voor het hitte-eilandeffect.
Multifunctionaliteit en communicatie
Groen-blauwe infrastructuur kan zowat overal geïntegreerd worden. Dat kan door gebruik te maken van (semi)natuurlijke oplossingen zoals moerasland of meanderende waterlopen, maar ook door de (aanvullende) creatie van kunstmatige elementen, zoals groendaken en ecoducten over snelwegen. Hoofddoel van al deze ingrepen is het versterken van ecosystemen, bij te dragen aan het behoud van diversiteit en het verbeteren van ‘ecosysteemdiensten’. Ecosysteemdiensten zijn natuurlijke ‘diensten’ zoals waterhuishouding, die het milieu en de mens ten goede komen.
De grote troef daarbij is telkens de veelzijdige functionaliteit: natuurlijk ‘kapitaal’ wordt ingezet om meerdere doelen tegelijk te realiseren. Op ecologische gebied worden zoals gezegd ecosystemen en biodiversiteit beschermd en verbeterd. Groot maatschappelijk voordeel van de groene infrastructuur is de positieve invloed op het welzijn en de gezondheid van de mens. En een andere belangrijke meerwaarde is de ondersteuning van een groene economie en duurzaam land- en watermanagement. Vaak vervullen deze realisaties nog extra functies, zoals culturele en recreationele. Door in één klap verschillende belangengroepen tevreden te stellen wordt een veel breder draagvlak gecreëerd dan bij grijze infrastructuur het geval is. Voorwaarde is wel dat alle stakeholders bij het verhaal betrokken worden. Dat vergt creatieve methodes om te informeren over de planning, uitvoering en evaluatie. Omdat heel wat voordelen van de groen-blauwe infrastructuur veelal kwalitatief van aard zijn en dus moeilijk in cijfers gevat kunnen worden, is een heldere en open communicatie onontbeerlijk. Eens die voorwaarden vervuld zijn, kan begonnen worden met de ontwikkeling van een stad die klaar is voor de klimaattoekomst en waar het prettig wonen is.